Weekly Summer Tips – Deel 6

Deel 6 – Mieke & Cato

Tot het einde van de zomer serveren wij u inspirerende kijk-, lees- en luistertips. Deze week delen Senior Communications Manager Mieke en Communications Manager Cato hun inspirerende tips.

 

Mieke – Max, Mischa & het Tet-offensief, Johan Harstad (boek) 

Mijn zomertip is er eentje die gelukkig – voor mij – op het einde van de vakantiemaanden komt: Max, Mischa & het Tet-offensief van Johan Harstad. De ganse zomer (en de maanden daarvoor) was dit boek mijn compagnon de route. We lieten elkaar niet los, al waren we in het begin vooral sporadische metgezellen. Naar het einde toe werden we onafscheidelijk en ik werd verslaafd aan de heerlijk eindeloze zinnen, of misschien moet ik ze meer eerbiedig meanderende jazz-improvisaties heten.

Max, Mischa & het Tet-offensief is een weemoedig verhaal over 4 mensen die elkaars leven vormen. Harstad beschrijft de ervaringen en emoties van de hoofdpersonages in haarscherpe – maar compleet verzonnen – details. Net zoals de toneelstukken van Max en de kunstwerken van Mischa. Toch is de realiteit onafwendbaar aanwezig; de Vietnamoorlog, de aanslagen van 11 september en de financiële crisis worden zo uitvoerig én pakkend beschreven dat ze beter blijven hangen dan de gemiddelde geschiedenisles. Max, Mischa en het Tet-offensief is geen roman met grote drama’s en tragedies. Harstad kiest kleine verhalen om een realistische wereld te creëren en voegt daar symboliek en onverwachte beeldspraak aan toe. Max, Mischa en het Tet-offensief zet aan het denken én pleziert je ondertussen. En op het einde blijf je – zoals het hoort – onbehaaglijk achter.

Zet je schrap, want met zijn 1230 pagina’s is het roman een magnum opus. Harstad deed er 7 jaar over om het te schrijven. Het roept enkel nog meer bewondering op voor de kunstenaar die de auteur is.

 

Cato – Revolusi. Indonesië en het ontstaan van moderne wereld, David Van Reybrouck (boek) 

Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld

Cultuurhistoricus en archeoloog David Van Reybrouck is het meest gekend voor zijn meermaals bekroonde boek ‘Congo’, waarin hij aan de hand van getuigenissen terugblikt op het Belgische koloniale verleden. Het uitgangspunt van ‘Revolusi’ is hetzelfde. Van Reybrouck vertelt over de Nederlandse aanwezigheid (1600-1942) in Indonesië. De historische context vult hij aan met tot de verbeelding sprekende verhalen van de laatst levende ooggetuigen.

Indonesië heeft namelijk na drieënhalf jaar Japanse bezetting (1942-1945) als eerste land na de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheid uitgeroepen. 10 jaar later, in 1955, waren ze de gastheer van de Bandungconferentie. Dit was het allereerste wereldcongres zonder het Westen. Hiermee inspireerden ze andere onafhankelijkheidsbewegingen in Azië, Afrika en de Arabische wereld. Van Reybrouck toont in zijn boek aan dat we moeten loskomen van het nationale perspectief en de gebeurtenissen op Indonesië in een breder kader dienen te plaatsen. Of zoals hij het zelf zo mooi verwoordt: ‘Wie enkel door de schietgaten van het verleden kijkt, ziet niet per se het hele landschap’. Van Reybrouck maakt duidelijk dat de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd in werkelijkheid wereldgeschiedenis was.

Het is bovendien wereldgeschiedenis die tot op heden relevant is. De Europese kolonialisering is dan wel verleden tijd, het beestje heeft in wezen een andere naam gekregen. De VS heeft twintig jaar lang geprobeerd om Afghanistan aan hun invloedssfeer toe te voegen, China vindt meer en meer ingang in Afrika en de Commonwealth van Queen Elisabeth is tot op heden springlevend.

Hoewel het quasi onmogelijk lijkt in een boek dat 656 pagina’s telt, is van Reybrouck soms kort door de bocht. Op andere momenten, wanneer hij bijvoorbeeld een uitvoerige beschrijving geeft van de ontdekking van Amerika door Columbus, wijkt hij mijn inziens te veel van het centrale thema af. Desalniettemin word je vanaf pagina één volledig meegesleept, des te meer door Van Reybroucks meesterlijke verteltalent.

Indonesië, en met name het eiland Bali, heeft bij toeristen de reputatie een paradijselijk eiland te zijn. In tegenstelling tot van Reybrouck kan ik hierover kort zijn: dat is het ook. Tijdens het lezen van ‘Revolusi’ werd ik teruggekatapulteerd naar drie weken Bali in de zomer van 2009. Ik herinner mij de opdringerige apen in Ubud, banana pancakes als ontbijt en vooral de prachtige natuur. Het is dan ook moeilijk om het koloniale verleden te rijmen met dit serene idyllische eiland, Hoe dan ook, Van Reybrouck heeft met ‘Revolusi’ een meer dan waardige opvolger geschreven voor zijn ‘Congo’. Moest ik het ooit opnieuw lezen, dan graag onder een palmboom op Bali.